Jongeren van na 1980 gaan de straat op. Laat deze voormalige meest veel belovende generatie dan eindelijk zien dat ze niet zonder slag of stoot in de welvaartskliko van 50-plus kan worden gegooid. Het werd tijd dat de politieke partij 30 min zich roert buiten de sociale netwerken. Dat is nodig omdat de wijze waarop er met hun toekomst wordt omgesprongen getuigt van een apathisch nihilisme, waar je niet goed van wordt. Dacht u dat de 20-ers het ene been niet voor het andere willen zetten? Nee, het is de huidige heersende generatie die te volgeconsumeerd is om aan de toekomst te werken. Of is het nog erger? Is 50-plus zoveel tekort gekomen dat ze daar ten koste van hun kinderen voor gecompenseerd moeten worden?
Nog maar 10 jaar geleden was het duidelijk. Pubers en alles wat dat nog moest worden waren, ook als maandag geborene, allemaal zondagkinderen met een gouden lepel in de bek. De economie was onder de knie: crisis en werkloosheid waren voor altijd voorbij. De welvaart groeide; je moest wel een pauper zijn als je niet kon doen wat je hartje begeerde. Op school was de leraar je vriend en discussiepartner: je leerde er de breedte van het leven met nieuwe kindvriendelijke leermethoden. De technologische ontwikkeling bracht het licht van de toekomst: computers en mobiel maakte kettingbrieven, encyclopedieën en alles wat je moest weten en kennen onder de knop beschikbaar. En dan die ouders; flexibel, altijd compromisbereid en blijvend jong van geest. Nee, een grootse toekomst, bijna lui en zeker lekkerland was voor generatie Einstein aangebroken.
Anno 2010 ziet de wereld er anders uit. De crisis heeft toegeslagen: niemand meer, die dat als tijdelijk dipje ziet. De pensioenreserves zijn aangetast, het systeem wordt onbetaalbaar: jongeren moeten meer in de pot doen. Pensioen opbouwen lukt trouwens niet meer. De werkgever neemt je liever als ZZP-er aan, want versteende vakbondleden houden de arbeidsmarkt inflexibel. Jongeren blijken niet de goede dingen te hebben geleerd. Ze kunnen leuke presentaties geven maar na alle onderwijshervorming hebben ze geen kennis meer. Met basisvorming, twee fasen structuur, studiehuis en maatschappelijk relevant leren kunnen ze geen brief meer spellen laat staan tellen hoeveel geld ze in hun portemonnee hebben. Studeren wordt trouwens moeilijk: Langstudeerders van toen zetten een boete op doorleren, juist op het moment dat het laagste bedrag ooit per student aan onderwijs wordt besteed.
Droegen de 50plussers met z’n vijven 1 oudere op de schouders, binnenkort hebben we nog maar twee en een halve jongere om een oudere te financieren. En solidariteit in gezondheid wordt een dure grap. De kuch van generatie 50-plus stuwt de zorgkosten omhoog. Woningbouwverenigingen en hypotheekrenteaftrek houden de huizen zo duur dat je als jongere maar beter kartonnen doos kan bewaren. De spuitjes onder de Moerdijk mag niemand meer eten, maar de gevolgen van een verslechterend milieu hoeven pas over 30 jaar betaald te worden. O ja, dan nog de afwezigheid van grenzen in opvoeding. Dat bleek geen vrijheid maar verwaarlozing met als gevolg een ongezonde levensstijl en verminderd begrip voor sociale verhoudingen. En als je dan tot slot als jongere democratisch iets zou willen zeggen kan dat niet omdat ouderen twitterinspraak niet begrijpen.
Misschien moet je niet zeggen dat 50plus egoïstisch is, maar je moet wel immuun voor de werkelijkheid zijn als je het niet egocentrisch noemt. Het is zoals Jacques d’Ancona het in Pauw & Witteman zo treffend zei: “ik ben geen politicus dus punten waarvoor mijn partij 50-plus moet opkomen ken ik niet. Ik heb gewoon het gevoel dat onze stem gehoord moet worden“. Inderdaad Jacques, als er straks niemand meer is om je billen te wassen, heb je goede stembanden nodig? Moet je alleen niet vragen hoe dat komt. Hoe dan ook sommige 50-plussers vinden kennelijk dat het geloof en de hoop van de toekomst niet relevant is, als je die toekomst zelf minder hebt. Ik ben 45 en hoor op een studentendemonstratie niet meer thuis, maar ik sta aanstaande vrijdag wel langs de kant om aan te moedigen! Al was het maar omdat ik wel geloof in de toekomst.