Soms is het niet alleen maar vervelend als je in de trein stil komt te staan. Onderweg naar politiek Den Haag stond ik door een brand in de seinkast in Utrecht drie uur stil op het spoor. Toevallig had ik Joris Luyendijks’ ”je hebt het niet van mij, maar…” in m’n tas, dat uitkomst bood bij gebrek aan een ontmoeting met de Haagse innercircle zelf. Luyendijk schetst op een zeer toegankelijke wijze de mores in onze nationale politiek, Niet volledig maar een schetsje ontwapenend open maar tevens irritant naïef. Je vraagt je te vaak af: Oh ja, Joris had je dat dan nog niet door?
Luyendijk heeft 5 constateringen gedaan:
- De verstrengeling tussen politici, woordvoerders, journalisten en lobbyisten is enorm
- De Nederlandse politieke cultuur is verre van doorzichtig
- Politici beschikken over een minimale ondersteuning
- praktijken van voorlichters en pr strategie bepalen het beeld van de politiek
- belangenverstrengeling voor ieder die zich op het Binnenhof begeeft is onontkoombaar.
Luyendijk wil de indruk wekken alsof hij iets belangrijks gaat ontrafelen. Alsof hij pal staat voor het openen van de politieke cultuur, maar wel even moet uitleggen dat dat zonder er onderdeel van te worden weer heel moeilijk gaat. De verstrengeling, het geven en nemen, de gunfactor, de psychologie van de menselijke omgang, je kunt je toch haast niet voorstellen dat het Luyendijk allemaal heel erg verbaast, zoals hij doet voorkomen. Bij het overigens prettige lezen denk je dan ook regelmatig “Joris where have you been lately”. De toch wat naïef overkomende verbazing lijkt gespeeld. Dat je pleit en bijdraagt aan het openbreken en transparant maken van de politieke cultuur, heel graag! Constateren en verbazen dat er een zee aan verstrengelingen en onderlinge één-tweetjes zijn, is wat te weinig. De omgang van politici in Den Haag is net een complex bedrijf, ze doen niet wat ze zeggen en alleen erbinnen begrijp je dat. Niets menselijk is ook politici vreemd. Of om met Luyendijk in zijn eerdere boek te spreken “het zijn net mensen”.