Stadsfonds Hilversum dient als bindweefsel voor de stad

Hilversum heeft een Stadsfonds. Hiervoor is gisteravond tijdens de commissie Economie en Bestuur de laatste handeling verricht. Met de ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst kan het bestuur aan de slag.

Financiering van projecten

Het Stadsfonds is een collectief fonds waaraan alle betalers van OZB niet-woningen bijdragen. Dit zijn winkels, horeca, kantoren, ziekenhuizen, zorginstellingen, sportclubs en alle door de gemeente beheerde gebouwen, zoals parkeergarages, scholen en panden waar culturele instellingen zijn gehuisvest. “Het fonds is bedoeld om projecten per gebied, per sector én Hilversumbreed collectief te financieren. Uniek is dat de gemeente het geld int, zonder dat zij als overheid bepaalt wat er met dat geld gebeurt. De gemeente krijgt in de samenleving een steeds meer faciliterende en verbindende rol,” aldus wethouder Wimar Jaeger van Economie. In totaal gaat er jaarlijks ongeveer 1 miljoen euro via de OZB in de pot van het Stadsfonds. Jaeger: “Dat geld hoeft niet in één jaar op, maar kan bijvoorbeeld ook over twee jaar worden uitgesmeerd. Dat is aan de betalers van het Stadsfonds.”

Dichter bij elkaar

De projecten waarvoor het geld van het Stadsfonds kan worden aangewend zijn divers. Te denken valt aan gebiedspromotie, beveiliging, arbeidsmarktprojecten, feestverlichting, bewegwijzering, aan onderwijsprojecten zoals stageplaatsen en werkleertrajecten, en aan projecten waarin verschillende sectoren, zorg en gaming bijvoorbeeld, gezamenlijk optrekken. “Door dit te doen breng je partijen dichter bij elkaar; ondernemers, maatschappelijke instellingen, sport en cultuur. Het Stadsfonds als bindweefsel voor de stad,” vat de wethouder Economie de bedoelingen samen.
Ben Hammer, voorzitter van de stichting Stadsfonds is enthousiast. “Het mooie aan een stadsfonds is dat alle betalers uit verschillende sectoren met elkaar in gesprek gaan. Ze zoeken elkaar op en er ontstaan verbindingen die normaal niet tot stand komen.” Als voorbeeld geldt de schoolmusical die wordt opgevoerd in een verpleeghuis waarbij de slager om de hoek de plakjes worst sponsort. “Of het ‘Urban farming’ project in een buurt, waarvan de kruiden terechtkomen in de etalage van de groenteboer,” geeft Hammer aan. “ Het gaat erom dat wijken en buurten levendiger worden. Dat er meer verbinding komt met elkaar – en dit gebeurt met hun eigen geld.” Bestuurslid Ton Verlind is verantwoordelijk voor de communicatie rondom het Stadsfonds. Hij onderstreept de woorden van de voorzitter en zegt: “In alle opzichten is verbinding en daadkracht vergroten het kenmerk van dit fonds.”

Haalbaarheid

Ondanks het enthousiasme is de realiteitszin groot. “Het fonds is een experiment. Na vijf jaar gaan we evalueren. Als het Stadsfonds dan niet succesvol blijkt te zijn, stoppen we ermee,” geeft Hammer aan. De ervaring in andere steden leert echter dat een stadsfonds een heel krachtig instrument is. Collectieve stadsfondsen komen in Nederland steeds meer voor. Na onder andere Leiden, Leeuwarden en Utrecht is ook Hilversum dus nu officieel van start. Over de opzet is goed nagedacht. Het fonds is maatwerk voor Hilversum. Om het fonds voldoende organisatiekracht te geven wordt er een fondsmanager aangesteld. Hammer: “Deze heeft twee belangrijke taken. Enerzijds is het de bedoeling dat de fondsmanager ondernemers en organisaties steunt. Anderzijds moet de fondsmanager in staat zijn om partijen te verbinden en initiatieven aan te jagen.”
De projecten die worden ingediend moeten goed in elkaar zitten. De fondsmanager is de belangrijkste adviseur en ook degene die bij ondernemers of organisaties aangeeft hoe ze het moeten aanpakken om een goede kans van slagen te hebben. Het bestuur van de stichting kijkt vervolgens of een project goed in elkaar zit, of het binnen het budget past, of het een collectief belang dient en wat het oplevert. “We willen volledig transparant zijn in alles wat we goedkeuren of afkeuren,” aldus Hammer. “Dat doen we onder meer door een website waar de projecten die worden goed- en afgekeurd op komen te staan,” legt Verlind uit.

Kritische geluiden

Hoewel de gemeenteraad in november 2014 definitief akkoord heeft gegeven om vanuit de OZB het Stadsfonds te financieren, zijn er ook kritische geluiden. Niet alle ondernemers en organisaties zijn even gelukkig met de komst van het Stadsfonds. Zij zien de verhoging van de OZB als een lastenverzwaring en vragen zich af wat zij er aan hebben. Wethouder Jaeger begrijpt dat niet iedereen ‘juichend aan de kant’ staat.  “In totaal hebben we tot nu toe zeven bezwaarschriften ontvangen, dat is relatief erg weinig,” meent Jaeger. Hij heeft dan ook ondanks de kritische geluiden alle geloof in het Stadsfonds. “Vaak zie je dat een paar ondernemers en organisaties hun nek uitsteken en dat anderen dan op dat succes meeliften. Het mooie van deze constructie is dat nu iedereen meebetaalt.”

Compensatie

Er zijn ook ondernemers die vinden dat het Stadsfonds financieel te weinig soelaas biedt. De ondernemers van het winkelgebied rond de Gijsbrecht van Amstelstraat, bijvoorbeeld, zijn positief, maar ook kritisch. Zij zijn goed georganiseerd, maar zien nu de gelden die zij door hun bijdrage aan BIZ (Bedrijven Investeringszones) ontvangen, meer dan halveren. De gemeente biedt compensatie door deze ondernemers te steunen in hun actie om de leukste winkelstraat van Nederland te worden.

 

Trekkingsgebieden

Onder de stichting functioneren zogenaamde trekkingsgebieden. Dit zijn logische of natuurlijke gebieden, zoals het centrumgebied, bedrijventerreinen zoals het Havenkwartier of een buurt zoals Kerkelanden. Per gebied is er een zogenaamde trekkingsgerechtigde: een (bestaand) samenwerkingsverband dat namens het gebied bij de stichting een voorstel kan indienen. Ieder gebied krijgt naar verhouding een percentage van de pot met geld toebedeeld. Zij bepalen inhoudelijk zelf waaraan zij dit geld besteden. Zo ligt het accent in een bepaalde buurt misschien meer op veiligheid, terwijl men er in het centrum wellicht de voorkeur aan geeft om geld te steken in het aantrekkelijker maken van het centrum.
Het geld komt weliswaar in een ‘Hilversum-brede’ pot, die beheerd wordt door de stichting Stadsfonds Hilversum, maar organisaties krijgen via een zogenaamd ‘trekkingsrecht’ toegang tot het deel van het budget dat in hun gebied is opgebracht. Wanneer in een bepaald trekkingsgebied nog geen organisatie is, zal de fondsmanager zich inspannen om zo’n organisatie van de grond te krijgen. In totaal zijn er vijftien trekkingsgebieden, waarbij de Hilversumse Meent bij het Landelijk Gebied Noord is gevoegd.

Opbouw financiën Stadsfonds
Het fonds heeft per jaar ongeveer 1 miljoen euro te besteden. Dat is inclusief 110.000 euro aan subsidie. Van de totale opbrengst is ongeveer 1,5 ton geoormerkt voor Hilversumbrede projecten, de rest vloeit (na aftrek van organisatiekosten) terug naar de trekkingsgebieden.

Bron: Hilversums Nieuws

Dit bericht is geplaatst in In de media, Over Hilversum met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.